Bewegen en Spelen is zo essentieel in het leven van een kind, dat er behoorlijk veel ouders rondlopen die zien en voelen dat het bij hun kind allemaal niet zo vanzelfsprekend verloopt. Twintig procent van de kinderen ervaart 'problemen' bij motorische opdrachten.
Deze kinderen zijn niet enthousiast in een speeltuin, vragen veel hulp en bevestiging bij het spelen. Vaak merken ouders door de vaardigheden van vriendjes of bij het krijgen van een tweede kind pas dat het kind wel erg voorzichtig is.
In de kleuterklas wordt er naast het spelen veel aangeboden om het kind gereed te maken voor de echte leertaken die in groep 3/ 1ste klas volgen. Kleuterjuffen merken vaak al op dat het kind opvalt bij bewegingsactiviteiten.
In goed kleuteronderwijs heeft bewegen en spelen een centrale plek om hen de kans te geven zich optimaal te kunnen ontwikkelen en voorbereiden (zie leerrijheid).
Hulp bij de ontwikkeling van de motoriek is mogelijk vanaf baby- tot volwassen leeftijd. Hoe vroeger je aan de slag gaat hoe meer ontwikkelingskansen een kind heeft en hoe eenvoudiger en korter de remedieperiode (hulp/ interventie) hoeft te zijn. Er ontstaat een neerwaardse spiraal wanneer een kind langere tijd ongelukkig in de gymles en op het schoolplein speelt en de aangeboden stof en uitdagingen niet kan oppakken. De achterstand wordt nog groter en de motivatie neemt af.
Vaak is het in een periode van 12-14 weken al goed mogelijk om de ontwikkeling enorm te stimuleren en een achterstand te verkleinen. Dit is behalve meetbaar in een motorische test ook zichtbaar in het gedrag en het zelfvertrouwen van het kind.