Niets is vanzelfsprekend

Kijken moet je leren, net als lopen of praten. Ooit hebben we allemaal leren lopen, fietsen en leren kijken. Bij het leren kijken kunnen er allerlei problemen ontstaan, klein en groot, die in het begin onopvallend, maar toch van invloed op het gedrag zijn. Een kind heeft bijvoorbeeld leer- en concentratieproblemen en presteert bij sportlessen of op school minder dan normaal. De ontwikkeling van het kind raakt daardoor steeds verder achter. Met als gevolg een toenemende faalangst, leer- en gedragsproblemen en of concentratieproblemen.

Problemen bij de visuele waarneming ontstaan tijdens de zwangerschap of geboorte, door motorische ontwikkelingsproblemen, een ongeluk of door een medische oorzaak. Indien visuele waarnemingsproblemen tijdens de kindertijd worden genegeerd, kan dit leiden tot zwakke schoolprestaties en ontwikkelings vertraging bij de sociaal emotionele ontwikkeling.

Bij baby's, peuters, kleuters is het hele systeem nog in ontwikkeling en het is daarom voorgezien hun leeftijd kunnen ze zelf niet aangeven dat er mogelijke visuele waarnemingsproblemen zijn.

De ontwikkeling van het gezichtsvermogen.

Een kind wordt zoals te lezen is op deze site geboren met primitieve reflexen en heeft 4 tot 6 jaar nodig om vanuit deze reflexen de visuele, ruimtelijke waarneming goed te ontwikkelen. Een kind leert om ogen te richten, ze scherp te stellen, om dingen te herkennen en afstand en snelheid in te schatten en het leert deze waarnemingen samen te voegen met andere zintuiglijke waarnemingen zoals horen, voelen, ruiken en proeven.
Wanneer deze ontwikkeling verstoord wordt, kunnen er problemen ontstaan. Een kind heeft dan bijvoorbeeld moeite om te leren fietsen en zwemmen, kan ballen niet goed gooien en vangen, het heeft concentratieproblemen of  is hyperactief.
Kinderen met deze 'problemen' zullen compensatiegedrag of andere interesses ontwikkelen. Zo zullen ze niet graag meer deelnemen aan sport en spelactiviteiten, vooral met de bal. Het kind zal het gedrag onbewust aanpassen. Zo omzeilt het de problemen bij het zien. De werkelijke oorzaak van de problemen, een storing bij het zien, worden vaak niet meteen herkend.

Kinderen tussen 4 en 12 jaar
 

De onbewuste gedragsaanpassingen, zoals hierboven genoemd, leren kinderen zichzelf meestal aan als ze tussen de 4 en 12 jaar oud zijn.
Treedt er een verstoring op in de ontwikkeling van het gezichtsvermogen, dan loopt de ontwikkeling van een kind al snel achter. De indrukken die een kind opdoet in zijn jonge jaren moeten snel verwerkt worden.
Als het lichaam en met name de gezichtsvermogen dan niet snel meewerken, wordt het gedrag aangepast. Het lichaam zal voor de problemen een oplossing proberen te zoeken. Dit uit zich in gedragsveranderingen. Het kind wil dan niet graag meer sporten, lezen, fietsen of met andere kinderen spelen en wordt druk en onzeker. Het weet zich met zijn houding niet goed raad.  

Primitieve reflextraining

In de test worden de volgende oogfuncties onderzocht:
functioneel ogen onderzoek, 
oculomotorische (oogbeweging) functie
visuele motorische intergratie
visuele perceptuele waarnemingen.

In het oefeningenprogramma worden bij veel bewegingen de ogen getraind om nieuwe voorwaarde te scheppen en de oogfuncties te verbeteren. 

Verdere info oogontwikkeling Motoriek | surfgroep